Zoeken in deze blog

maandag 15 februari 2010

De Ghanees en zijn frapante gewoontes I

De tweede dag worden we rondgereden door onze chauffeur om wat ‘site seeing’ te doen. We mogen zelf zeggen waar we heen willen. We besluiten als eerste naar de ‘wood-village’ te gaan. Dit is een straat met allemaal kleine garage boxjes waar handwerklieden hun kunstwerken aan de man proberen te brengen. Het valt me op dat ik de houtsnijwerken vrijwel allemaal reeds eerder heb gezien in Mali (Bamako). Bij navraag, het kan ook niet anders, hebben de Malinezen het werk gekopieerd van de Ghanezen. De circel met aanelkaar verbonden mannetjes waar Stijn in Mali uren naar opzoek geweest is wordt hier direct gespot.

Ghanezen zijn een trots volk en hechten veel belang aan hun gewoonten. De groeiende economie (in iedergeval hier in de grote stad Kumasi) en het enorme geloof in Christus (veel mensen willen weten of je geloofig bent, de hele universiteit trekt in pak naar de kerk op zondag) doen misschien denken aan het na-oorlogse Europa? Na de oorlog was er echter een groot te kort aan fatsoenlijk eten.

In Kumasi zijn de mensen vergeleken met het platteland alles behalve ondervoed. Kinkey, Fufu, Plantain, Yaam, Cassave, bananen, avocades en ga zo maar door, zijn er in overvloed. Overgewicht is ook hier een opkomend probleem.We hebben veel over Fufu gehoord. We vragen Martin om ons naar een plek te brengen waar we Fufu kunnen eten. We komen terecht bij een zeer lokaal groepje vrouwen die ons de keuze geven uit antilope, kip of rund. Spannend, kiezen we antilope. Wat de boer niet kent dat vreet hij niet, komt als gedachte opzetten. Floor besluit dat we er eerst samen maar eens één proberen. Een sterk ietwat penetrant geurende soep met in het midden een deegbal wordt ons opgediend. We moeten onze handen wassen en beginnen met eten. De vrouw die heeft opgeschept begint hard en onverstaanbaar tegen ons te praten. We worden uitgelachen. Ik vind het vermakelijk maar het eten krijg ik maar moeilijk mijn strot door. Dan zegt martin dat je niet moet kauwen maar gewoon moet doorslikken. Dat probeer ik dan maar eens. Kokhalsend neem ik mijn laatste hap Fufu. En dan te bedenken dat je hem soms kan bestellen met rat en vrijwel alle Ghanezen niets lekkerders kunnen bedenken. Het schijnt dat er in de Upper West niet veel beters is en het is voor mij de uitdaging Fufu lekker te gaan vinden. Als ik Fufu lust is mijn doel bereikt.Uitgelachen werden we omdat we niet met één hand aten. Zodat je een hand schoon houdt waarmee je de vieze hand later kunt wassen.

De westerling deel I

In West-Afrika worden Westerlingen vaak gezien als een hogere klasse. Blanken worden geassocieerd met rijkdom. Rijkdom = succes = geluk= het kunnen onderhouden van een vrouw en kinderen. Afrikanen zijn vaak niet rijk maar doen alles om dit te lijken. Mooie kleren en dure auto’s zijn het eerste dat een Afrikaan met geld aanschaft.

Floor en ik zijn karige Hollanders op bezoek in Ghana. We verblijven op het universiteitsterrein van de KNUST, in Kumasi. Hier wonen volgens zeggen 30.000 mensen, v.n. studenten. Het is een groot, rustig terrein met verschillende faculteiten en flats (hostels) waar de studenten wonen. Een jaar huur kost hier zo’n 1500 cd (1 euro is 1.94cd, dus nog geen 750 euro). Dit lijkt voor ons weinig maar voor de gemiddelde Ghanees, die geen subsidie van de overheid ontvangt, is dit een enorm bedrag. Het betekent dat Ghanezen niet vanzelfsprekend naar de universiteit kunnen. Wij worden om 06:00 in de ochtend van het vliegveld in Accra, dat 4uur van Kumasi ligt, opgehaald door onze privé chauffeur, Eric Martin. Een enorme Nissan Jeep van het ‘department of community health’ blijkt ons vervoersmiddel te worden. Onwennig en slaperig stappen wij in en laten ons naar Kumasi rijden.Later blijkt dit de normaalste zaak van de wereld te zijn. Zo verschaffen wij, vanaf het moment dat wij nog in het vliegtuig zitten al een baan die niet wij maar de overheid van Ghana financiert.Onze mentor in Ghana heeft voor ons een plekje gereserveerd in het SMS (school of medical sciences) guesthouse. Hier is luxe in overvloed: airco, tv en zelfs een koelkast op de kamer. Samen met Floor op de kamer voor 37cd per nacht. Hier gaan onze spaarlampen branden en zodra we te horen krijgen dat het naast gelegen guesthouse maar 13cd per nacht is, is de keuze snel gemaakt en checken we de volgende dag al uit. In Kumasi zijn we om te acclimatiseren om volgens plan ons reeds in Nederland geschreven projectproposal uit te voeren in de primitieve Upper West Region (Lawra). Dit houdt in: het verzamelen van een enorme hoeveelheid data om dit vervolgens te digitaliseren en te analyseren. Zoals je kan verwachten van Afrika loopt alles ten eerste een stuk trager dan je gehoopt had en ten tweede loopt het allemaal niet volgens plan. De eerste dag vinden we het nog logisch dat we onze begeleider, dr. Easmon, niet te spreken krijgen. We hebben nog geen lokaal telefoon nummer dus communicatie is nog moeilijk. Ondertussen hebben we een nummer (bellen is hier bijna gratis): 0546871277, maar door drukte lijkt het pas mogelijk te zijn de derde dag (vandaag: 14/02/2010) Easmon in levende lijve te spreken te krijgen.De verwachte data blijkt niet te bestaan maar morgen weten we meer over de data die er wel is. Het gaat om beduidend minder data wat theoretisch zou kunnen betekenen dat we sneller klaar zijn. We krijgen echter te horen dat de 3-4 weken die we in eerste instantie gepland hadden om naar de Upper West te gaan waarschijnlijk niet genoeg zijn om de data te verzamelen. Geduld met de instanties waarvan we de data moeten zien los is belangrijk omdat data niet snel vrijgegeven wordt. Het Afrikaanse code woord is hier dus: geduld.
Positief is de vriendelijkheid van onze begeleider, hij heeft het enorm druk, reist veel en houdt zich vooral bezig met het implementeren en ontwerpen van nieuwe interventies ter voorkoming van kinder- en neonatale sterfte. Een goede man die bereid is veel voor ons te betekenen. Helaas heeft hij het zo druk dat we pas volgende week vrijdag naar de Upper West kunnen vertrekken (hij zal met ons meegaan). In de tussentijd krijgen we al (base-line) data van voor de interventies die we kunnen analyseren. Project Proposals zullen worden omgegooid en op zijn Afrikaans worden herschreven.

dinsdag 2 februari 2010

Conflicten in West-Afrika

Momenteel zijn alle aanvullingen over ivoorkust/sierra leone/ liberia en guinea meer dan welkom. Informatie over visa is ook erg gewild. We hebben besloten onze electronische apparaten (laptop en video camera) te ruilen voor een fiets. We gaan goedkoop terug richting het westen. We gaan op de fiets en als we lui en moe zijn gooien we deze in de bus en doen we een paar 1000km met de bus.
We houden jullie op de hoogte.

Omdat gebroeders Geurts en Werz een mooie reis gaan maken, beginnend in West-Afrika, wil ik dit blog bericht alvast reserveren voor een inventarisatie van conflicten dan wel onrustigheid in dit gebied (danwel het afgelopen anderhalfjaar). Graag aanvullingen.

Because the Sahara brothers are planning a transsahara trip by moped, please help us to stay up2date what concerns local conflicts or other practical difficulties.

Ghana: John Atta Mills (democratic elected)
Ivoorkust
Liberia
Sierra Leone
Guinea: Moussa Dadis Camara, 23/12/08 coup.
Guinea-Bissau
Senegal
The Gambia
Mauretania
Mali
Burkina Faso
Togo
Benin

De 1% club. Marktplaats voor de hulpindustrie. www.1procentclub.nl

Waarom 1%LID:

Sinds vanavond ben ik ook officieel lid van http://www.1procentclub.nl/. Wat vinden jullie van een online marktplaats voor hulpindustrie?

Hier heb ik kort het idee dat ik en Stijn Nikander Dries hadden voor een volgend onderzoek in mijn profiel beschreven.

Een interessant vernieuwend concept. Het idee lokale behoeften mogelijk te maken (althans voor zij die toevallig op www.1procentclub.nl komen en überhaubt toegang tot internet laatstaan een computer hebben).
De keuze aan de consument is ook dubbelzijdig. Vaak weet men niet waar het geld naar toegaat. Niet alleen transparantie ligt hieraan ten grondslag maar ook de welwillendheid (motivatie) om te weten waar het geld naar toe gaat. Geven geeft een goed gevoel maar is dit gevoel van de hand letterlijk boven de ontvanger zijn hand te houden echt zo belangrijk? Voor veel mensen, denk ik, (onbewust) wel.
Positieve punten zijn enerzijds de risicospreiding die via publieke collectie totstandkomt en de creatie van "het samen een doel steunen", een gevoel van samenhorigheid. Toch weet ik niet of het doel van de hulpindustrie moet zijn zich als 'marktplaats' te profileren (overheden stoppen niet voor niets met bilaterale hulp aan Afrika, het klinkt alsof er iets mee te verdienen valt).

Aangezien wij na ons onderzoek met de brommer vanuit Ghana terug rijden zoeken wij nog sponsors.

©Het goede doel zal een onderzoek zijn naar de meest efficiente manier om een ziekenhuis op te richten in Afrika. Dit zal een samenwerkingsverband zijn van geneeskunde studenten en bouwkunde studenten. Mogelijk gecombineerd met educatie doeleinden in ontwikkelingslanden (kennis delen en vergroten). Veel artsen, instanties (zelfs oliemaatschappijen) en overheden willen (hulp)projecten starten in ontwikkelingslanden. Kennis hoe dit efficient aan te pakken ontbreekt vaak of is gefragmenteerd. Onstabiele regeringen, corruptie, transparantie, te weinig hoog opgeleide mensen, behoefte van de lokale bevolking, geld, wetgeving? Belangrijk is daarom om te weten waar je moet beginnen. Wat is belangrijk voor structurele hulp in Afrika? Aangezien er veel Westerse klinieken in ontwikkelingslanden zijn zal getracht worden inzicht te krijgen in de werk- en ontstaanswijze van deze klinieken/ ziekenhuizen. Hiervoor zullen uitkomstparameters worden bedacht (evt. met wetenschappelijke grondslag). Deze kunnen uiteenlopen van: de tijd dat een kliniek bestaat als onafhankelijke variable of in vergelijking met het aantal lokale werknemers op de werkvloer. Dan wel welk land het meest stabiel is of waar de overheden in zorg willen investeren zodat projecten minder het imago van 'hulp', dan wel een ondersteunend karakter krijgen. Anderzijds is het eerst belangrijk om in een 'pilot' de haalbaarheid van zo'n onderzoek te onderzoeken aan de hand van diepte intervieuws met projectontwikkelaars dan wel artsen in ontwikkelingslanden.
Om de deelname te vergroten zullen uitkomsten anoniem gepubliceerd worden met als hoofddoel toekomstige projecten efficienter te maken i.p.v. een controlerende functie. Aangezien er veel kritiek is op ontwikkelingshulp is transparantie en bewijs nodig. Verder is kennis nodig om de drempel die leidt tot initiatie van structurele projecten door mensen die niet weten hoe dit aan te pakken of hoogopgeleiden 'met kostbare tijd' te verlagen.