Zoeken in deze blog

vrijdag 9 juli 2010

Wie blijft er nog over?

Een mail aan Matthijs, maar ik heb geen geheimen dus de hele wereld mag hem lezen ;)

Momenteel zit ik in Guinee, Nzerekore (de NGO hoofdstad van Guinee),
geen blanken te bekennen (hoewel Floor hier toch al een tijdje zou
moeten zijn geen mensen die een andere malloot op een oranje fiets voorbij hebben zien scheuren), want in het land heerst momenteel een crisis vanwege de
verkiezingen. Er waren nogal wat klachten na de verkiezingen van 27
Juni wat betreft corruptie maar we gaan zien hoe het gaat lopen (merk
er nog niets van en verwacht ook niet dat er iets gaat gebeuren).
Aanstaande maandag is de tweede ronde (tussen de twee partijen met de
meeste stemmen); wel interessant allemaal en het geeft weer iets om
over te praten.
Nadat we in Yammoussoukro (hoofdstad van Ivoorkust) gescheiden zijn
hebben we allebei toevalligerwijze een andere route over de grens
genomen en zijn we elkaar weer tegen gekomen in Guinee, aan de rand
van een van de hoogste bergen van West Afrika. Dat was wel onwerkelijk
na een week alleen en er op gerekent te hebben de reis alleen af te maken.
Komende uit kleine dorpjes waar ik verbleef bij nieuwe vrienden. Vooral Fangha was een ervaring opzich. Waar je over de botten van 450 jaar oude lijken kunt lopen, langs een ruige weg waar 1x in de twee dagen een auto komt, geen stroom en stromend water is. In Fangha net over de grens met Ivoorkust riep de chief mij van mijn fiets om hem te groeten, na de raffia (de lokale wijn) moest ik er twee nachten blijven.., 15jaar heeft hij in Frankrijk gewoont met een vals paspoort en nu heeft hij een huisje 1km buiten het dorp waar het rustig is en hij rijst verbouwt; nog geholpen met zijn dochters het onkruid te wieden. Verder heeft hij twee varkens: Bernard Couchner en Touba, de minister van buitenladse zaken van Frankrijk en Touba die Dadis Camara wilde vermoorden, maar wie weet daarover later meer ;)).

In Ghana hebben we (Floor en ik) denk ik 1,5 week geregelt voordat we aan onze tocht begonnen; aan onze fiets gewerkt en visa, geld zaken op orde te brengen (terwijl ik zelf net uit het ziekenhuis was). Elke gebeurtenis opzich was leuk, weer
iets nieuws in het systeem ontdekt dat mogelijk is (een bank account
openen met een arts van de universiteit in Ghana), je fiets oranje
spuiten (Holland boven alles), maar het was veel! Hierna zijn we te
hard van stapel gelopen, te veel gefietst en te slecht geslapen (Floor
al helemaal met zijn jeuk). 1 nacht slecht slapen op een klein matje
is geen probleem maar 2 weken breekt je op, ik zat er doorheen. In een
klein dorpje kreeg Floor malaria (moet je voorstellen; hij kan niets,
er zit een kring kinderen om hem heen geluiden te maken, geen
ziekenhuis in de buurt en zelf heb je ook flinke diarree..) maargoed.
We hebben het meest slechte busje gepakt die er was (26km in 4uur) en
zijn naar het dichtstbijzijnde plaatsje gegaan waar natuurlijk ook
geen arts was op zondag. Na een koelingssessie met ijs in het militair
ziekenhuis van de UN, dan maar een ambulance naar Yammoussoukro (want
daar konden we ook niet blijven). Wel een ode aan de arts van
Bangladesh daar; we hebben ze adres dus als je hem wilt opzoeken,
later? ;-) Het klinkt allemaal depressief maar dat is het niet, je
leert en achteraf geniet je extra van het continent waar je bent.
Samen reizen is voor mij lastiger dan alleen. Hoewel het soms moeilijk
is mensen te vinden die dezelfde waarden delen als jij. Het Afrika
hier draait 90% om geld, gelukkig kom je met een hoofdband met de vlag
van Guinee eerder die 10% tegen die je verwelkomt en jouw koffie wel
wilt betalen (zoals vanochtend in cafe: Le diplomat); Amara sharif die
nu niks anders doet dan koffie drinken, wachtend tot er eindelijk een
regering is en hij kan beginnen met het ontwikkelen van moerassen voor
de landbouw, inplaats van het kappen van bomen. Ontwikkeling.
Na gisteren wakker te zijn geworden in een klein dorpje: Seringbera, waar ik geslapen had op het slechtste bed ooit: een matras van scheef liggende planken, na de dag er voor met mijn gids Albert een immens mooie tocht te hebben gemaakt naar de top van de Mont Nimba, Richard Mullah. Door de regen en mist heb ik helaas geen extreem ver uitzicht gehad maar door de stilte en het lopen verging het denken mij en was het leeg in mij - behalve het gevoel van geluk en was het ook een spirituele reis geholpen door het feit dat Albert niet zoveel zei.
Seringbera kent de touristen en de mensen houden ervan om over geld te praten, met een groepje kinderen die me als een wilddier aanstaren ben ik blij als ik op de fiets zit naar Nzerekorre. Waar ik dan ook vanochtend wakker ben geworden in een kalm hotelletje net buiten de stad met het klimop tegen de muren, de grootste kamer van het hotel genomen voor 1,5 euro extra, voor intotaal nog geen 6 euro.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten